Prinsentuin

Project

Prinsentuin

De Prinsentuin is een van de belangrijkste historische monumenten van Leeuwarden. Niets herinnert op zo’n aangename wijze aan het feit dat Leeuwarden van 1584 tot 1765 hofstad was. In 1648 werd er op deze plaats een park/lusthof aangelegd in opdracht van prins Willem Frederik van Nassau. Het was een eerbetoon aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog en de Vrede van Münster. Dit gedeelte van de stad zou nog zo’n 150 jaar afgesloten blijven voor het publiek.

In 1819 droeg koning Willem I de Prinsentuin over aan de stad met de wens dat de tuin wandelplaats voor alle ingezetenen zou worden. Van de formele tuin uit de achttiende eeuw resteerde weinig. Twee tuinarchitecten, Roodbaard uit Groningen en De Vries uit Weesp, deden mee aan de prijsvraag voor het ontwerp van een wandelpark op het bolwerk. Het plan van Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werd gekozen en het werk kon in 1820 beginnen.

Roodbaard paste het gebied aan in de Engelse landschapsstijl. De strikt gevormde vijver werd een onregelmatige kom, de grillig verlopende paden gingen om perken en boomgroepen slingeren, maar de tuin bleef wel omsloten door de verdedigingswal met bastions. De Noorderplantage werd pas in 1842 ingericht en bij de Prinsentuin betrokken.

Nog steeds dateren enkele bomen uit de tijd van Roodbaard. Een marilandicapopulier met diep gegroefde stam en talrijke knobbels staat tussen de stadsgracht en het oorlogsmonument. In 2019 werd
deze boom, een van de oudste populieren van Nederland, uitgeroepen tot mooiste van Friesland. Er zijn ook bijzondere bomen van meer exotische aard, zoals (gewone) plataan, Japanse notenboom, moerascipres en suikeresdoorn. Buiten deze exotische beplanting kan men vooral in het voorjaar ook een rijkdom aan stinzenflora bewonderen, voornamelijk bolgewassen als winterakoniet, holwortel, bostulp en daslook.

Volgens het herstelplan van 1993 zijn nieuwe soorten bomen en heesters aangeplant, zoals de vaantjesboom. Bijzonder is ook de (gewone) beuk achter De Koperen Tuin waar de lage tak de maximale hoogte van het bevoorradingsverkeer bepaalt.

Na weer een aantal verbouwingen werd de tuin in 2004 weer grotendeels hersteld in de stijl zoals Roodbaard deze destijds had laten aanleggen. Ook werden er toen accommodaties gebouwd ten behoeve van de stadsjachthaven.

Aan de westzijde sluit het park aan op de Noorderplantage. Van de Prinsentuin naar de Noordersingel is een pontverbinding voor voetgangers en fietsers. Het veer vaart alleen in juli en augustus en heeft een elektromotor die gevoed wordt door zonne-energie.