Vanaf maart begint de natuur weer volop te bruisen. Veel wilde dieren richten zich dan op het krijgen en grootbrengen van hun jongen. Maar in deze periode zijn ze extra kwetsbaar voor verstoring. Gelukkig kunnen wij, als mensen, bijdragen aan hun veiligheid en welzijn. Door tussen maart en juli enkele eenvoudige maatregelen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat dieren hun jongen in alle rust kunnen grootbrengen.
1. Laat vogelnesten met rust
Veel vogels beginnen in het voorjaar aan hun broedseizoen. Door te snoeien of te werken in de tuin kunnen broedende vogels gestoord worden, wat vaak schade aan hun nest of eieren veroorzaakt. Het beste is om vóór maart of na juni te snoeien, wanneer er geen broedende vogels zijn. Moet je toch in deze periode snoeien, controleer dan eerst of er geen nest aanwezig is. Maak ook plekken zoals dakgoten, platte daken of zwemplateaus onaantrekkelijk voor vogels, zodat ze daar geen nest kunnen bouwen.
2. Katten ‘s nachts binnenhouden
Katten zijn schattige huisdieren, maar eenmaal buiten verandert hun jachtinstinct hen in onverbiddelijke jagers. Het wordt geschat dat huiskatten samen met verwilderde katten jaarlijks miljoenen kleine dieren, zoals muizen, vogels en konijnen, verwonden of doden. In de nacht zijn jonge dieren het meest kwetsbaar. Daarom is het advies om tussen maart en juli je kat ‘s nachts binnen te houden. Zo help je voorkomen dat jonge vogels of andere dieren slachtoffer worden van hun jachtinstinct.
3. Hond aan de lijn
Tijdens het voorjaar zijn veel dieren, zoals vogels die op de grond broeden en wilde dieren zoals reeën en konijnen, erg kwetsbaar. Loslopende honden kunnen deze dieren verstoren, waardoor ze hun jongen of nest in gevaar brengen. Dieren kunnen hun jongen achterlaten, de eieren kunnen niet uitkomen of de jongen kunnen verhongeren. Daarom is het advies om je hond tussen maart en juli altijd aan de lijn te houden, vooral in natuurgebieden.
4. Blijf op de wandelpaden
Als je een wandeling maakt in de natuur, blijf dan altijd op de paden. Door van het pad af te wijken, verstoor je onbedoeld het leefgebied van dieren, bijvoorbeeld door ze van hun nest of voedselplek te jagen. Dit kan ervoor zorgen dat vogels hun nest verlaten en hun eieren koud worden, of dat jonge dieren achterblijven zonder bescherming. Dat kan fataal zijn. Dus, geniet van de natuur, maar blijf op de paden en houd de rust voor de dieren.
5. Laat jonge dieren met rust
Het kan gebeuren dat je een jong dier tegenkomt, zoals een reekalfje of een jonge haas. Het is belangrijk om niet in paniek te raken en het dier niet aan te raken of mee te nemen. Vaak is de moeder dichtbij en zal ze terugkomen als jij weg bent. Jonge dieren zijn geurloos om te beschermen tegen roofdieren, en door ze aan te raken, geef je ze een geur die roofdieren kan aantrekken. Ook kan de moeder het jong verstoten. Als je echt bezorgd bent, bel dan de dierenambulance of een wildopvang voor advies.
Jouw kleine moeite kan een groot verschil maken
Door deze simpele stappen te volgen, draag jij bij aan het veilig grootbrengen van wilde dieren en help je hun jongen een kans te geven. Laten we samen de natuur beschermen!
Meer informatie?